Narcissen, sneeuwklokjes, krokussen, tulpen en blauwe druifjes geven kleur aan de tuin die langzaam opbloeit na de winter. De lentebloeiende bloembollen kunnen de grond in zolang het niet vriest. Zet ze tussen vaste planten in de border of in potten op het terras of het balkon. Combineer verschillende soorten in groepjes bij elkaar. Zorg ook dat u bloembollen plant die op diverse momenten in bloei staan. Dan bloeit er tussen februari tot mei altijd wel iets. Gezellig toch?  

Kies voor biologische bloembollen 

Door in oktober en november biologische bloembollen te planten, voorziet u insecten van voedsel in het voorjaar. Ze eten de nectar en bestuiven op hun zoektocht naar eten de bloemen en voedselgewassen. Waarom is biologisch zo belangrijk? Dan zijn de bloembollen vrij van gif en chemische middelen, waardoor vlinders, bijen en andere insecten niet doodgaan nadat ze de bloemen hebben bestoven. Biologisch is misschien wat duurder, maar koop dan liever wat minder maar wel biologisch.  

Zo plant u de bloembollen 

Er zijn een paar spelregels voor het planten van bloembollen:

  • Maak een gat in de aarde, twee keer zo diep als de bol. 
  • Leg de bol erin, met de punt naar boven en maak het gat weer dicht.
  • Geef water, zodat ze goed gaan groeien. 
  • Wacht tot het voorjaar.

Let er wel op dat de bollen niet te nat worden. Dan kunnen ze gaan rotten. Plant ze bij voorkeur op een plekje in de zon. Zet u de bloembollen in een pot? Voorkom dat ze schade oplopen door vorst en zet ze een stukje van de rand af. Zorg ook voor een gat in de bodem van de pot, zodat overtollig water weg kan. De meeste voorjaarsbloembollen kunt u in de grond laten zitten als ze zijn uitgebloeid. Dan heeft u volgend jaar mogelijk meer blauwe druifjes en sneeuwklokjes in uw tuin of op uw balkon.