Huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen zitten graag in hoeken en kieren aan de buitenkant van het huis. Daarin maken ze ieder jaar in de lente nestjes voor zichzelf en hun jongen, en in de winter slapen ze er. Tegenwoordig zijn er minder van dit soort plekjes voor ze. Nieuwbouwwoningen worden vaak strakker gebouwd en goed geïsoleerd. Oudere huizen worden ook steeds vaker gerenoveerd en geïsoleerd.
De vogels een handje helpen
Gelukkig kunt u de vogels wel helpen. Woont u in een nieuwbouwwoning of is het tijd voor isolatie? Bekijk dan of er plaats blijft voor de vogels of vleermuizen om nestjes te maken. Dat kan met bijvoorbeeld nestpannen, neststenen of nestkasten. Dit zijn een soort vogelhuisjes in of aan de muur. Het liefst plaatst u ze op een hoek of aan de kopse kant van een huis. Daar voelen ze zich het fijnst.
Gezelliger, biodiverser en aangenamer
Met meer plek voor nestjes in en rond je huis wordt het genieten van huismussen in de tuin en gierzwaluwen en vleermuizen in de lucht. Gierzwaluwen en vleermuizen eten veel muggen en huismussen vangen ze om hun jongen te voeren. Daarom is het belangrijk om deze soorten in de wijk te hebben. Meer natuur zorgt ook voor een aangenamere leefomgeving voor ons allemaal. Bij sommige mensen roepen vleermuizen angst op. Dat is niet nodig. Vleermuizen zijn niet agressief of gevaarlijk.