Het gaat slecht met vlinders, bijen en andere insecten in Nederland. Maar ze zijn belangrijk voor de natuur. Vlinders bestuiven bloemen als ze deze bezoeken om de nectar te eten. Rupsen voeden zich met veel planten. Zelf zijn de rupsen, poppen en vlinders ook een belangrijke voedselbron voor veel andere dieren, zoals vogels en kikkers.  

Wist u dat de meeste vlindersoorten ’s nachts tevoorschijn komen? Er zijn zo’n 2400 soorten nachtvlinders en ongeveer 53 soorten dagvlinders. Van al deze vlinders bezoeken zo’n 400 verschillende soorten nachtvlinders en 20 soorten dagvlinders ook regelmatig onze tuinen.  

Groen om te schuilen en overwinteren

U lokt vlinders naar uw tuin of balkon door hen schuilplaatsen en voedsel te geven. Vlinders schuilen op warme beschutte plekjes, zoals een inheemse heg. Bijvoorbeeld de meidoorn, wilde liguster of spaanse aak. Ze doen daar energie op om verder te vliegen. 

De meeste vlinders in Nederland brengen de winter door als eitje, rups of pop. Een paar soorten brengen de winter door als vlinder. Ze overwinteren in uitgebloeide planten, snoeihout of dode, droge bladeren. Deze kunt u het beste (deels) laten liggen tot laat in het voorjaar. Daarmee laat u geschikte overwinteringsplekken over voor vlinders, maar ook voor vogels en egels.  

Verschillende planten en gebruik geen gif

Zet verschillende (bij voorkeur) inheemse planten neer. Hoog, laag en kleurrijk. Vooral paarse, roze en gele planten zijn favoriet. Denk aan koninginnekruid, zonnehoed, paardenbloem, de klimop, lavendel en de herfstaster. Gebruik geen gif in uw tuin of op uw balkon. Dat doodt niet alleen vlinders en rupsen, maar ook andere dieren zoals lieveheersbeestjes en bijen.  

In elk seizoen bloemen

In het vroege voorjaar komen vlinders en rupsen komen tevoorschijn en poppen komen uit. Op zoek naar eten. De meeste vlinders leven van nectar. Geef ze te eten door voorjaarsbloeiers zoals krokussen, maagdenpalm en sterhyacint neer te zetten. Vanaf mei bieden onder andere de margriet, klokjes en valeriaan voedsel. Kaasjeskruiden, kattenstaarten, ijzerhard en de wilde kamperfoelie zijn bloemen die vlinders in de zomer waarderen. In de herfst eten vlinders nectar van de hemelsleutel, het koninginnekruid en herfstasters. In het najaar eten vlinders, bijen, zweefvliegen en andere insecten de nectar van de klimop. Let er wel op dat de klimop tegen iets aan kan groeien zodat deze als volgroeide plant bloemen kan maken.

Vlinders vinden nectar ook in bloeiende kruiden, zoals rozemarijn, lavendel, kattenkruid, tijm, venkel of salie. Sommige vlinders, zoals de dagpauwogen, gehakkelde aurelia’s en atalanta’s, houden van rottend fruit. Ze komen af op bijvoorbeeld een rottende appel, druif of pruim.   

Eten voor rupsen

Zonder rupsen zijn er geen vlinders. De meeste vlinders leggen hun eitjes op de planten waar rupsen van eten. Dat noemen we ook wel waardplanten. De brandnetel is een lekkernij voor rupsen van de kleine vos, dagpauwoog, distelvlinder, landkaartje en de atalanta. De rupsen van het oranjetipje zijn dol op de look-zonder-look en pinksterbloem. Er zijn ook soorten die geen voorkeur hebben. Zo eten de rupsen van het bruin zandoogje allerlei soorten grassen. De rupsen van het groot en klein koolwitje leven van koolplanten. Klimop, heide en hulst vormen een maaltijd voor de rupsen van het boomblauwtje.  

Doe mee aan de tuinvlindertelling

De Vlinderstichting organiseert ieder jaar de Nationale tuinvlindertelling en verzamelt zo gegevens over vlinders. Doe dit jaar ook mee van 2 tot en met 4 augustus! Kies een zonnig moment om 15 minuten in de tuin of op het balkon te tellen. Noteer alle vlinders die u ziet. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op. Geef van elke vlindersoort het hoogste aantal door dat u tegelijkertijd ziet. U mag zo vaak tellen als u wilt. Heeft u een vlinder gezien, maar weet u niet welke? De herkenningskaart van de Vlinderstichting helpt u om de verschillende soorten vlinders te herkennen.