De zomertijd werd in 1977 ingevoerd vanwege de oliecrisis. Door in de zomer langer gebruik te maken van het zonlicht, zou er energie bespaard worden. Meer zonlicht betekent immers dat lampen minder lang aan hoeven. In die tijd bespaarde je zo veel energie. Nu maken we veel meer gebruik van stroom dan vroeger en is verlichting veel zuiniger geworden. Door alleen de klok te verzetten besparen we niet meer zoveel.

Zomertijd levert geen energiebesparing op

Door de zomertijd staan we ook een uur vroeger op, als het nog donker is. Daardoor doen we de lichten juist eerder aan. Al komt tot 21 juni de zon ook iedere dag ietsje eerder op. Daarna worden de dagen langzaam steeds iets korter. In de wintertijd ligt het energieverbruik wel hoger, maar dat ligt meer aan de kortere dagen en de dalende temperaturen. Dan moeten lampen langer branden en de verwarming vaker aan. En we zitten dan meer binnen, voor de tv. Maar door zelf in actie te komen kunt in de zomer alsnog een hoop besparen.

Zo bespaart u wel energie

  • Alleen klok verzetten, bespaart dus niet meer zo veel energie. Maar u kunt wel andere dingen doen om energie te besparen.
  • Meten is weten: kijk regelmatig in de app van uw energieleverancier naar uw gebruik.
    Maak de komende maanden gebruik van de hogere temperaturen. Stop wasgoed niet in de droger, maar hang het buiten op.
  • Gebruik een bewegingssensor of een tijdklok voor verlichting buiten. Loop een rondje door uw huis en kijk of er geen lampen aan staan. Doordat het langer licht is, valt het minder op als de lamp blijft branden.
  • Voorkom sluipverbruik van elektrische apparaten. Schakel apparaten helemaal uit door de stekker uit het stopcontact te halen. Of gebruik een doordrukstekker of standby-killer.
  • Laat de koelkast- en vriezerdeur zo min mogelijk openstaan. Zet de koelkast en vriezer niet kouder dan nodig.
  • Laat kinderen lekker buiten spelen in plaats van te gamen.